Doel
De SAVRY is bedoeld als hulpmiddel voor professionele beoordelaars bij het inschatten van en het doen van uitspraken over het geweldsrisico bij jongeren. De SAVRY werkt volgens het gestructureerde klinische oordeel. De SAVRY is ontworpen voor gebruik als 'hulpmiddel' of 'gids' bij professionele risicotaxaties en interventieplanning voor gewelddadig gedrag bij jongeren. De SAVRY is geen formele test of schaal. De SAVRY kan gebruikt worden door deskundigen die taxaties uitvoeren en/of plannen maken voor interventie/toezicht met betrekking tot geweldsrisico bij jongeren.
Doelgroep
De SAVRY is specifiek gericht op risicofactoren bij adolescenten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Het instrument kan ook voorzichtig worden toegepast bij iets jongere of oudere jongeren. Bij meisjes levert de SAVRY vaker een vals positieve uitslag op (voorspelling van geweld dat niet optreedt). Daarom moet ook toepassing bij meisjes voorzichtig gebeuren.
Materialen
De SAVRY bestaat uit
- Een handleiding;
- Coderingsformulieren.
Gebruik
Op zijn minst moeten gebruikers expertise (training en ervaring) hebben in het uitvoeren van individuele taxaties, op het vlak van ontwikkeling van kinderen en adolescenten en van geweld bij jongeren. Over het algemeen zullen psychologen, psychiaters, getrainde jeugdreclasseringsambtenaren en maatschappelijk werkenden met de vereiste expertise, gekwalificeerd zijn om de SAVRY te gebruiken. De ontwikkelaars benadrukken dat het belangrijk is de risicotaxaties met regelmatige intervallen te herhalen, vanwege de dynamische aard van geweldsrisico en de ontwikkeling van adolescenten.
De vragenlijst bestaat uit 24 risico-items(10 historische, 6 contextuele en 8 individuele) en 6 beschermende items. De risico-items worden gescoord op een 3-puntschaal (laag, matig, hoog) en de beschermende factoren op een 2-puntschaal (aanwezig, afwezig). Bij onvoldoende beschikbare informatie is het mogelijk om de vraag niet te beantwoorden. Men kan risico-tems een hogere waarde toekennen bij de bepaling van het risiconiveau. De beslissing over het niveau (laag, gemiddeld of hoog) dient zo transparant mogelijk gemaakt te worden door middel van argumenten. De kritische items lenen zich als aangrijpingspunt bij een eventuele interventie.